Centrale trap Stedelijk Museum

Het Stedelijk Museum is vanaf 2007 grondig gerenoveerd en uitgebreid met de zwevende “Badkuip” waarin de grote expositieruimte en het auditorium gesitueerd zijn. Naast een roltrap is ook een stalen trap opgenomen, welke de entree verbindt met de twee verdiepingen hoger gelegen expositie ruimte. 

De trap stijgt met een breedte van circa 3,3m vanaf de entree op kelderniveau in een rechte lijn over twee verdiepingen omhoog. De dubbel uitgevoerde plaatstalen trapbomen met aangelaste traptreden, ingelegd met basalt, worden over de lengte van de trap tweemaal ondersteund door uit de betonwand kragende stalen consoles. Vervolgens is de trap vanaf de begane grond met een minimaal aantal trekstangen aan het bovenliggende plafond bevestigd. Horizontaal is de trap alleen gesteund bij de verdiepingsvloeren, waarmee de grootste ongesteunde horizontale lengte van trap en bordes bij het verdere stijgen circa 14,5m bedraagt.

Om de ruimtelijke uitstraling van in verticale verkeersgebied zo veel mogelijk te behouden is gekozen voor de meest ranke oplossing met zo min mogelijk op hangpunten. De maximale overspanning bedraagt circa 7,0m; de uitkraging van het bordes op de 1e verdieping bedraagt circa 3,6m. De trapbomen hebben minimale afmetingen. 

De ongesteunde horizontale lengte is gerealiseerd zonder gebruik te maken van stabiliteitsverbanden aan de onderzijde van de trap. De ingelaste traptreden vormen samen met de trapbomen een zogenaamde “vierendeel” ligger en verlenen op die manier horizontale stijfheid en strekte aan de trap.

De hoofdtrap is in een intensieve samenwerking tussen architect, constructeur en staalleverancier tot stand gekomen. De functionaliteit was leidend, echter ook de esthetische inbreng is tot in het laatste detail van belang geweest.