Markant nieuw dorpshuis voor Zwanenburg en Halfweg
Het nieuwe dorpshuis van Zwanenburg en Halfweg wordt een ontmoetingsplek voor jong en oud met faciliteiten voor sport, cultuur en ontspanning. Het markante dak is met haar opvallende vorm zonder twijfel de eyecatcher van het gebouw.
Het nieuwe dorpshuis ligt tussen een winkelplein en een groen park met water. Aan beide kanten is een ingang tot de centrale hal, die ook toegang biedt tot de sporthal, de bibliotheek en de biljartzaal. De koffiebar in de hal heeft een terras aan het water. In nauwe samenwerking met heren 5 architecten, de architect van het gebouw, maakte Pieters verschillende ontwerpen voor het markante dak van de sporthal en de centrale ruimte, om ruimtelijk en economisch de meest optimale constructie te behalen. Om dat zo foutloos mogelijk te kunnen doen, werkten de partijen samen op basis van BIM. Pieters verzorgde de coördinatie, om de samenwerking zo soepel mogelijk te laten verlopen. Door de partijen in de ontwerpfase in BIM te laten samenwerken is er een beter passend ontwerp gerealiseerd voor de opdrachtgever. Pieters heeft voor deze ontwerpfase de BIM-coördinatie verzorgd: het vaststellen en controleren van uitgangspunten en het uitvoeren van ‘clash controls’ om het ontwerpteam te adviseren op de knelpunten.
‘Clash control’
Wat is het voordeel van BIM-men? Maarten Lubbers, BIM-coördinator bij Pieters, merkt dat opdrachtgevers soms niet precies weten wat ze moeten uitvragen bij verschillende partijen. Daardoor wordt er wel eens een verkeerde opdracht gegeven. BIM helpt de opdrachtgever bij het formuleren van duidelijke uitgangspunten voordat er een partij wordt gecontracteerd. Op die manier weet je als opdrachtgever zeker dat de partijen die je contracteert daadwerkelijk kunnen leveren wat je van ze vraagt. In dit project ontwikkelden alle partijen hun eigen modellen, waarvoor Pieters de regels bepaalde. Op die manier zorgen we ervoor dat alle modellen goed in elkaar passen op het moment dat Pieters ze ontvangt voor de zogeheten ‘clash control’. Hierin komen de ontwerpissues aan het licht die anders pas op de bouwplaats naar boven waren gekomen. En in die fase kost het oplossen van ontwerpfouten vaak veel geld. Met andere woorden: voor opdrachtgevers zorgt BIM-men dus voor een beter ontwerp en een goedkoper eindproduct. En de extra tijd die je in het ontwerp investeert, win je later in het proces weer terug.
Digitale maquette
Het dak van de sporthal bestaat uit een dubbel vakwerk, waarop raatliggers in de nokken en goten van het dak aansluiten. Paul Smit, projectleider bij Pieters, vertelt dat het een flinke puzzel was om de meest economische constructie te vinden die binnen de visie van de architect paste. Het was namelijk niet de bedoeling om van de sporthal een rechthoekige doos te maken; de bijzondere vorm van het dak moest in de sporthal terug te zien zijn. Volgens BIM-coördinator Maarten Lubbers is het een stuk makkelijker om zo’n dak in 3D BIM-model uit te werken, omdat 3D enorm helpt bij het inzichtelijk krijgen van een dergelijk lastige constructie. Bovendien biedt het een voordeel voor de ontwerpende partij, omdat ze direct kunnen zien of iets wel of niet past. Het moet eigenlijk worden gezien als een digitale maquette van wat er later wordt gebouwd. Een voorbeeld van een ‘clash’ in het ontwerp voor het dorpshuis: een stalen stang die schuin over de trap bleek te lopen. Op de platte tekening zag het er prima uit, maar uit het 3D-model bleek dat je op de trap over een stalen stang moest stappen. Dit soort fouten kunnen op tijd worden geconstateerd door de 3D-modellen van alle betrokken partijen over elkaar te leggen. De partijen hebben elkaar dus nodig om een goed ontwerp te maken.
Feedback van gebruikers
Pieters organiseerde ook een sessie met de opdrachtgever en de facility manager: de toekomstige gebruikers van het gebouw. Een leerzame sessie, waarin Pieters samen met de opdrachtgever en de facility manager door het 3D-model is gelopen, om te checken of het aan de wensen en de eisen voldeed. En omdat de gebruikers op andere dingen letten, leidde de feedback tot een aantal wijzigingen in het ontwerp. Zo had de architect een mooie trap ontworpen waarvan de onderste trede zo groot was dat het bijna een bordes leek. De facility manager merkte direct op dat dit niet handig was, omdat er veel ouderen in het Dorphuis komen. Het gevaar dat ze over die trede zouden struikelen, was volgens hem te groot. Op een 2D-tekening had hij dit waarschijnlijk niet opgemerkt en was het pas na oplevering een issue geworden. In het definitieve ontwerp is de onderste traptrede dan ook aangepast. Een ander issue dat uit de gebruikerssessie naar voren kwam was het gebrek aan een parkeerplek voor scootmobielen en rollators. Ook daar is een oplossing voor bedacht.
Flink puzzelen
De centrale ruimte is opgebouwd uit gelamineerde houten spanten met een licht dak, zodat het een warme uitstraling heeft. De kolommen die het dak dragen zijn onderdeel van de houten spanten. Uiteindelijk bleek dat de doorsnede van de kolommen net iets groter moest dan aanvankelijk gedacht, zodat ze de kracht van het dak goed kunnen opvangen. Deze relatief kleine aanpassingen zijn gedurende het hele ontwerpproces doorgevoerd. Als je door de oogharen naar het gebouw kijkt, dan lijkt het eindresultaat precies op het ontwerp. Toch is er veel veranderd. Projectleider Paul Smit vertelt dat het ook een redelijke puzzel was om alles binnen budget te houden. Er is daarom geprobeerd om hier en daar wat vierkante meters te besparen. Zo is de indeling van de ruimtes om de sporthal heen iets gewijzigd. Omdat dit dragende wanden zijn, heeft dat weer gevolgen voor de stalen liggers en het leidingwerk. Zo zie je dat elke wijziging, hoe klein deze ook is, invloed heeft op het gehele ontwerp.
Terug naar het nieuwsoverzicht